Home Kennis Nieuw hoofdstuk 10c CAR-UWO; de reparatie-uitkering

Nieuw hoofdstuk 10c CAR-UWO; de reparatie-uitkering

28 december 2017
Erika Wies

In 2016 is een aantal versoberingen aangebracht in de Werkloosheidswet. In de Cao Gemeenten 2016 –2017 is afgesproken om deze versoberingen te repareren. Deze reparatie vindt plaats door invoering van een zogenaamde 'reparatie-uitkering'. Daarvoor  is een nieuw hoofdstuk aan de CAR-UWO toegevoegd. De nieuwe (en gewijzigde) CAR-artikelen treden op 1 januari 2018 in werking.

Welke wijzigingen staan gemeenten te wachten?

Versoberingen WW-uitkering

Sinds 1 januari 2016 wordt de maximale duur van de WW-uitkering teruggebracht van 38 maanden naar 24 maanden. Dit gebeurt stapsgewijs met één maand per kwartaal. Ook is de opbouw van WW-rechten vertraagd. Dit houdt in dat de eerste 10 jaar per gewerkt kalenderjaar één maand WW wordt opgebouwd en daarna een halve maand WW. Voor 1 januari 2016 werd over alle gewerkte kalenderjaren één maand WW opgebouwd. WW-rechten die zijn opgebouwd voor 1 januari 2016 blijven tellen voor één maand.

De versobering van de WW werkt door in de bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen die zijn neergelegd in hoofdstuk 10d CAR-UWO, omdat deze bovenwettelijke uitkeringen zijn gekoppeld aan de WW-uitkering.

Hoe ziet de reparatie-uitkering er uit ?

De afgesproken reparatie- uitkering vult de WW-uitkering in opbouw en duur aan tot het niveau van de WW-uitkering zoals die gold vóór 1 januari 2016.

De reparatie-uitkering is neergelegd in een nieuw hoofdstuk 10c CAR-UWO. Dit hoofdstuk is van toepassing op de ambtenaar die recht heeft op WW-uitkering of van wie de uitkering op grond van de Werkloosheidswet is geëindigd, maar die op grond van de Werkloosheidswet zoals die gold op 31 december 2015 nog recht op een uitkering zou hebben gehad. Anders dan de bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen die zijn neergelegd in hoofdstuk 10d CAR-UWO, is het recht op een reparatie-uitkering niet gebonden aan de ontslaggronden geregeld in de artikelen 8:3, 8:6 en 8:8 CAR-UWO.

Met de invoering van de reparatie-uitkering worden ook de gevolgen van de versobering van de WW ten aanzien van de bovenwettelijke uitkeringen gerepareerd. De aanvullende uitkering zou zonder reparatie-uitkering immers korter duren en de na-wettelijke uitkering eerder ingaan. Gelet daarop is het begrip “werkloosheidsuitkering” in de begripsbepalingen van hoofdstuk 10d CAR-UWO verruimd door naast de WW-uitkering op grond van de Werkloosheidswet ook de reparatie-uitkering als bedoeld in hoofdstuk 10c CAR-UWO als werkloosheidsuitkering aan te merken.

Reparatie-uitkering en arbeidsongeschiktheid

Op grond van hoofdstuk 10d CAR-UWO eindigen de bovenwettelijke uitkeringen als een medewerker door ziekte arbeidsongeschikt raakt. Dit kan ertoe leiden dat de medewerker zich niet ziek meldt. Om dit ongewenste effect tijdens de duur van de reparatie-uitkering te voorkomen, hebben partijen in het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA) ervoor gekozen om op dit punt aansluiting te zoeken bij het regime van de Werkloosheidswet. Dit betekent dat de reparatie-uitkering tijdens de eerste 13 weken van arbeidsongeschiktheid door ziekte doorloopt. Als de medewerker na 13 weken nog steeds arbeidsongeschikt is, eindigt de reparatie-uitkering.

Herleving reparatie-uitkering

Om medewerkers te stimuleren een nieuw dienstverband te aanvaarden, herleeft de reparatie-uitkering - overeenkomstig de WW - over het resterende urenverlies als de ambtenaar nog geen nieuwe WW-rechten heeft opgebouwd tijdens het nieuwe dienstverband bij een nieuwe werkgever. Dit is bijvoorbeeld het geval als een ambtenaar niet voldoet aan de referte-eis. Dat houdt in dat de ambtenaar in de 36 weken voorafgaand aan zijn of haar werkloosheid, tenminste 26 weken moet hebben gewerkt. In deze situatie herleeft op verzoek van de (ex) ambtenaar het (oude) recht op de reparatie-uitkering.

Sanctieregeling

Het college dient op grond van artikel 10c:6 CAR-UWO een sanctieregeling op te stellen op grond waarvan sancties kunnen worden toegepast op de uitbetaling van de reparatie-uitkering. Uit het nieuwe hoofdstuk 10c CAR-UWO blijkt dat de plicht die de ambtenaar heeft om het college te informeren over alles wat van invloed kan zijn op het recht, de hoogte en de duur van de reparatie-uitkering onderdeel moet zijn van de sanctieregeling. Bij het opstellen van de sanctieregeling kan aansluiting worden gezocht bij het sanctiebeleid van het UWV.

Tot slot

De nieuwe en gewijzigde CAR-artikelen treden op 1 januari 2018 in werking. Op grond van de statuten van de VNG en het reglement van het College voor Arbeidszaken zijn gemeenten gehouden om uitvoering te geven aan de nieuwe en gewijzigde CAR-bepalingen. Deze bepalingen gelden pas op het moment dat zij door vermelding in een elektronisch en algemeen toegankelijk gemeenteblad bekend zijn gemaakt. Met de reparatie-uitkering nemen de uitkeringslasten voor gemeenten dus (flink) toe!