Home Kennis Afdeling bevestigt uitgangspunt concernniveau bij toepassing drempel normaal maatschappelijk risico

Afdeling bevestigt uitgangspunt concernniveau bij toepassing drempel normaal maatschappelijk risico

24 oktober 2016
Jelmer Procee

Op 12 oktober 2016 heeft de Afdeling nogmaals benadrukt dat voor de toepassing van een drempel in het kader van een verzoek om nadeelcompensatie de omzet of de brutowinst op concernniveau het uitgangspunt is.

Wat speelde er in deze zaak?

In 2011 is een nieuw tracé van de provinciale weg N284 met aansluiting op de Rijksweg A67 opengesteld. Pompeneiland B.V. exploiteerde op de locatie Postelse Hoek langs het oude tracé een aantal tankstations en heeft om nadeelcompensatie verzocht vanwege de schade als gevolg van de gewijzigde verkeerssituatie die door het realiseren van de nieuwe aansluiting op de A67 is ontstaan. GS hebben in het primaire besluit besloten 80% van de schade die Pompeneiland zou hebben geleden te vergoeden. Het daartegen door Pompeneiland gemaakte bezwaar is ongegrond verklaard. In beroep oordeelde de rechtbank dat GS niet inzichtelijk hadden gemaakt waarom de toe te passen 2%-drempel moet worden toegepast op de totale brutowinst van Pompeneiland B.V. en niet slechts op de vestiging Postelse Hoek.

Het hoger beroep van GS

In hoger beroep keren GS zich tegen dit oordeel en stellen zij dat de vestiging Postelse Hoek geen juridisch, economisch en organisatorisch zelfstandige entiteit is. Dit betekent dat de beoordeling van de omvang van het normaal maatschappelijk risico dient te geschieden op het niveau van het moederbedrijf en niet op het niveau van het filiaalbedrijf (AbRvS 13 maart 2013, ECLI:NL:RVS:2013:BZ3967).

Het oordeel van de Afdeling

Het hoger beroep van GS slaagt. Uit de uitspraak van 13 maart 2013 volgt dat de omzet of de brutowinst op concernniveau moet worden genomen in plaats van op filiaalniveau. De Afdeling ziet in dit geval geen aanleiding anders te oordelen. In dit verband maakt het geen verschil of die juridische eenheid een landelijk opererende keten is, zoals in het geval dat heeft geleid tot de uitspraak van 3 juli 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:122), of een regionaal bedrijf zoals Pompeneiland B.V. Dit betekent dat Pompeneiland B.V. als juridische eenheid de schade moet dragen en dat het normaal maatschappelijk risico dient te worden gerelateerd aan die juridische eenheid. De rechtbank heeft derhalve ten onrechte geoordeeld dat het college ten onrechte niet inzichtelijk heeft gemaakt dat de drempel van 2% is toegepast op de totale brutowinst van Pompeneiland B.V. en niet uitsluitend op de brutowinst van de vestiging Postelse Hoek. Tot slot oordeelt de Afdeling dat het GS derhalve het geconstateerde gebrek in het bestreden besluit hebben hersteld, zodat de rechtbank de rechtsgevolgen van dat besluit daarom in stand had moeten laten.

Relevantie uitspraak voor de praktijk

Deze uitspraak benadrukt nog maar eens dat voor de toepassing van een drempel het concernniveau als uitgangspunt mag worden genomen. Het concern dient als juridische eenheid de schade te dragen en het normaal maatschappelijk risico dient te worden gerelateerd aan die juridische eenheid.

Bronnen:

- AbRvS 12 oktober 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2677;

- AbRvS 13 maart 2013, ECLI:NL:RVS:2013:BZ3967;

- AbRvS 3 juli 2013, ECLI:NL:RVS:2013:122.