Home Kennis AMvB’s Omgevingswet: gezondheid in het Besluit kwaliteit leefomgeving

AMvB’s Omgevingswet: gezondheid in het Besluit kwaliteit leefomgeving

11 september 2018
Lianne Barnhoorn
en
Marije van Mannekes

Op vrijdag 31 augustus 2018 zijn de vier Algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) van de Omgevingswet gepubliceerd in het Staatsblad. Het gaat om het Omgevingsbesluit, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit bouwwerken leefomgeving. De komende tijd verschijnt regelmatig een blogbericht, waarin wij inzoomen op één van de onderwerpen uit de verschillende AMvB’s. De aankomende invoering van de Omgevingswet zorgt voor veel beweging in het domein van ruimte en gezondheid. In dit blogbericht geven wij antwoord op de vraag welke plaats gezondheid krijgt binnen het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).

Besluit kwaliteit leefomgeving

Het Bkl stelt normen die uitsluitend gericht zijn tot gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk op het terrein van o.a. milieu, water, ruimte, cultureel erfgoed, natuur en infrastructuur. Het Bkl schrijft voor welke regels het bestuursorgaan moet hanteren bij zijn omgevingsplannen, en welk beoordelingskader geldt voor vergunningen. Ook de regels voor programma’s, waterschapsverordeningen, omgevingsverordeningen, projectbesluiten en monitoring zijn in het Bkl ondergebracht.

Het Bkl bevat regels die afkomstig zijn uit circa dertig AMvB’s. Het gaat hier bijvoorbeeld om het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening, het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009 en het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Een groot deel daarvan wordt bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet ingetrokken. Verder komt het Bkl in de plaats van (delen van) wetten en van ongeveer tien ministeriële regelingen.

Omgeving staat in nauw verband met gezondheid

Eén van de doelen van de Omgevingswet is het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving. Omgeving en gezondheid staan in nauw verband met elkaar. De inrichting van de fysieke leefomgeving van een wijk, dorp of stad kan gevolgen hebben voor de gezondheid. Zo kan de aanwezigheid van groen, stilte of water bijdragen aan een positieve beleving en een goede gezondheid. De mogelijkheden die de omgeving creëert voor lopen, fietsen, sporten of speelvoorzieningen kunnen bovendien uitnodigen tot gezond gedrag en de sociale cohesie bevorderen.

Gezondheid als integraal onderdeel van omgevingsbeslissingen

Onder de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) kon het belang van gezondheid reeds worden meegewogen als onderdeel van een ‘aanvaardbaar woon- en leefklimaat’.

In de Omgevingswet krijgt niet alleen gezondheidsbescherming, maar ook gezondheidsbevordering een grotere rol. De Omgevingswet legt gezondheidsbevordering niet op, maar biedt wel mogelijkheden om sociale opgaven ter bevordering van de gezondheid bij besluiten mee te wegen. Ter illustratie wordt in de Nota van Toelichting bij het Bkl gewezen op de hoeveelheid groen in een buurt, speelmogelijkheden en ontmoetingsplekken.

De wetgever stelt onder de Omgevingswet allerlei randvoorwaarden waar in ieder geval aan voldaan moet worden voor de bescherming van de gezondheid. Zo legt zij in omgevingswaarden (die niet doorwerken voor lagere overheden maar waarmee deze wel rekening dienen te houden), instructieregels en preventieve maatregelen vast waar in ieder geval aan moet worden voldaan ter bescherming van de gezondheid. In het Bkl zijn met het oog op het waarborgen van de veiligheid, het beschermen van de gezondheid en het milieu en het beheer van natuurlijke hulpbronnen door het Rijk onder meer omgevingswaarden vastgesteld voor de kwaliteit van de buitenlucht, de chemische en ecologische kwaliteit van oppervlaktewaterlichamen en de kwaliteit van zwemwater.

Verder is belangrijk dat er zich bijzondere situaties kunnen voordoen waarbij op een bepaalde locatie sprake is van meerdere bronnen die samen en gelijktijdig de fysieke leefomgeving belasten met allerlei soorten immissies. Mogelijk voldoet elke bron op zichzelf genomen aan de wettelijke vereisten, maar bij elkaar kan er dan door de cumulatie de vraag opkomen of er nog wel sprake is van een gezond woon- en leefklimaat. De Omgevingswet biedt de gemeente uiteenlopende mogelijkheden om die overbelasting terug te dringen.

Instrumenten waarbij gezondheid een rol speelt

Gemeenten en provincies moeten het aspect gezondheid meewegen in hun omgevingsvisies en omgevingsplannen. Deze instrumenten bieden veel mogelijkheden om dit aspect mee te nemen. Zo kan in de omgevingsvisie maatschappelijke gezondheidsopgaven worden geformuleerd. Bijvoorbeeld meer beweging in de buitenlucht voor ouderen in een wijk waar het merendeel van de bewoners 65 jaar of ouder is. Vervolgens kan het omgevingsplan functies en regels stellen waarmee het beleidsdoel uit de omgevingsvisie wordt bekrachtigd. Bijvoorbeeld door in het park de aanleg van een jeu de boules-baan mogelijk te maken.

Bovendien verplicht de Omgevingswet om in de omgevingsvisie rekening te houden met voorzorg, onder meer uit oogpunt van gezondheid. Het voorzorgsbeginsel houdt in dat de overheid maatregelen kan nemen als er gegronde redenen zijn om te vrezen dat activiteiten negatieve gevolgen kunnen hebben. Het gaat in het geval van gezondheid dan specifiek om activiteiten waarbij de risico’s nog onzeker zijn, het effect op de gezondheid nog niet bewezen is en de beschikbare wetenschappelijke gegevens nog geen uitvoerige risico-evaluatie mogelijk maken. Te denken valt hierbij aan de introductie van nieuwe chemische stoffen in een productieproces.

Bijzondere omstandigheden en acuut handelen

In de Omgevingswet is opgenomen dat het bevoegd gezag een omgevingsvergunning kan weigeren vanwege bijzondere omstandigheden waarbij naar het oordeel van het bevoegd gezag sprake is van ernstige nadelige gevolgen voor de volksgezondheid. Bijvoorbeeld gevallen van Q-koorts of vogelgriep. Dit brengt nogmaals tot uitdrukking dat gezondheid een volwaardige rol moet krijgen bij de toepassing van de bevoegdheden op grond van de Omgevingswet. Ook andere wetten dan de Omgevingswet zijn van betekenis bij gezondheid. Naast de Wet publieke gezondheid zijn van belang de Gemeentewet en de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, met daarbij de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s. Ook die wetten voorzien in een mogelijkheid acuut op te treden in het belang van de gezondheid waar dat nodig is.

De aankomende tijd houden wij u themagericht op de hoogte van een aantal in het oog springende onderwerpen in de AMvB’s en veranderingen ten opzichte van het huidige stelsel.

Raadpleeg hier Besluit van 3 juli 2018, houdende regels over activiteiten in de fysieke leefomgeving (Besluit activiteiten leefomgeving).