Home Kennis De onafhankelijke deskundige in planschadezaken – gemeenten, let op aan wie u advies vraagt!

De onafhankelijke deskundige in planschadezaken – gemeenten, let op aan wie u advies vraagt!

14 juli 2016
Jelmer Procee

Wil een bestuursorgaan zich beroepen op een advies van een deskundige, dan moet die deskundige onpartijdig zijn. Een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 13 juli jl. leert dat het inschakelen van een deskundige, die in andere zaken namens de gemeente optreedt in de hoedanigheid van advocaat, schijn van partijdigheid wekt. Het advies van de deskundige mag volgens de Afdeling dan ook niet ten grondslag worden gelegd aan het besluit tot afwijzing van het verzoek tot tegemoetkoming in planschade.

Wat was er aan de hand?

Appellant heeft bij het college van burgemeester en wethouders van Raalte (hierna: het college)  een verzoek tot tegemoetkoming in planschade gedaan. De woning van appellant zou in waarde zijn gedaald als gevolg van inwerkingtreding van een nieuw bestemmingsplan. In het kader van de behandeling van het verzoek heeft het college advies gevraagd aan een planschadebeoordelingscommissie (hierna: de commissie). Tijdens de bezwaarfase kwam appellant op de hoogte van het feit dat een van de twee deskundigen van de commissie het college ook als advocaat heeft bijgestaan in andere juridische procedures. Appellant betoogt dat het college de adviezen van de commissie vanwege die (schijn van) partijdigheid van een van de deskundigen niet ten grondslag had mogen leggen aan de afwijzing van zijn tegemoetkomingsverzoek.

Hoe oordeelt de Afdeling?

De rechtbank overwoog dat appellant (toen eiser) te laat heeft aangevoerd dat er sprake was van (de schijn van) partijdigheid, nu hij eerder kennis had genomen van de samenstelling van de commissie. De Afdeling gaat niet mee in deze overweging en oordeelt dat het op de weg van het college ligt om zich te vergewissen van de onpartijdigheid van een geraadpleegde deskundige. Nu het college dit niet heeft gedaan en de deskundige zelf appellant niet heeft gewezen op zijn eerdere werkzaamheden voor het college, mag appellant niet worden tegengeworpen dat hij de deskundige niet eerder heeft gewraakt.

De Afdeling komt vervolgens tot het oordeel dat er sprake is van de schijn van partijdigheid van de deskundige. De deskundige heeft voorafgaand en tijdens de behandeling van de zaak van appellant  in de hoedanigheid van advocaat de gemeente in verschillende procedures bijgestaan en driemaal advies uitgebracht aan de gemeente of bestuursorganen van de gemeente. Ook andere kantoorgenoten van de advocaat hebben de gemeente in die periode bijgestaan. De Afdeling acht het van belang dat partijdigheid inherent is aan de hoedanigheid van advocaat. De schijn van partijdigheid kan aldus worden gewekt indien de gemeente in de ene zaak onafhankelijk advies vraagt aan dezelfde persoon die in andere zaken namens (een orgaan van) de gemeente als partijdige advocaat optreedt.

Consequenties van de zaak

Deze zaak leert dat advocaten niet tegelijk kunnen optreden als advocaat en onafhankelijk deskundige van het bestuursorgaan. Dit lijkt ook te gelden voor kantoorgenoten van die advocaat. Overheden moeten dan ook kritisch zijn daar waar het gaat om aanstellen van deskundigen die ook in een andere hoedanigheid werkzaamheden voor of namens de gemeente verrichten.

Bron: AbRvS 13 juli 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1970