Home Kennis Geen Laddertoets bij opnieuw bestemmen onbenutte bouwmogelijkheden

Geen Laddertoets bij opnieuw bestemmen onbenutte bouwmogelijkheden

30 oktober 2015
Daniëlle Roelands - Fransen

In haar uitspraak van 21 oktober 2015 schept de Afdeling weer wat duidelijkheid over de toepassing van de Ladder voor duurzame verstedelijking, als bedoeld in artikel 3.1.6, lid 2, van het Bro.

In deze zaak gaat het om de vaststelling van een bestemmingsplan en een omgevingsvergunning voor een bouwmarkt met tuincentrum, waartegen onder andere Praxis is opgekomen. Praxis betoogt dat de ladder van toepassing is omdat onder meer in feite een nieuwe functie mogelijk wordt gemaakt, het vorige plan voorzag in een kleiner gebouw en de bouw- en gebruiksmogelijkheden van het vorige plan niet zijn gerealiseerd.

De Afdeling overweegt dat de raad terecht van mening is dat geen sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling, zodat de ladder niet van toepassing is. Daarvoor is van belang dat het bouwvlak wel wordt vergroot ten opzichte van het oude plan, maar functies verder gelijk blijven en het aantal m2 b.v.o. substantieel vermindert. Daarbij overweegt de Afdeling expliciet dat de omstandigheid dat planologische mogelijkheden van het oude plan onbenut zijn gelaten, daar niets aan verandert. Dit leek impliciet al uit een eerdere uitspraak van de Afdeling te volgen en is eerder expliciet benoemd in een uitspraak van 1 juli 2015. De uitspraak van 21 oktober 2015 sluit dus aan op deze nieuwe lijn.

Onbenutte planologische mogelijkheden mogen dus in een nieuw plan worden opgenomen, zonder dat daarbij hoeft te worden getoetst aan de voorwaarden van artikel 3.1.6, lid 2, van het Bro. Wel moet in het kader van de goede ruimtelijke ordening worden bekeken of de bestemming nog steeds een passende bestemming is, ook als die in grote lijnen hetzelfde is als onder het oude plan.