In 2014 besloot het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum om vuurwerk rond de jaarwisseling gedeeltelijk in het centrum te verbieden. Een aantal ondernemers maakte bezwaar tegen dit zogenoemde Aanwijzingsbesluit en diende hangende bezwaar een verzoek om voorlopige voorziening in bij de rechtbank. Het besluit werd vanwege het ontbreken van bevoegdheid aan de kant van het college geschorst. Het besluit had namelijk volgens de voorzieningenrechter betrekking op de openbare orde, een taak die in de Gemeentewet is opgedragen aan de burgemeester.
Een jaar later oordeelde de voorzieningenrechter van de Afdeling anders. De Afdeling was namelijk voorlopig van oordeel dat het college wel de bevoegdheid had om het besluit te nemen. In het kader van de spoedeisendheid mocht het college daarnaast de belangen ter voorkoming van gevaar, schade en overlast zwaarder laten wegen dan de geringe financiële belangen van de ondernemers. De voorzieningenrechter van de Afdeling wees daarom het schorsingsverzoek af.
Op woensdag 14 december jl. deed de Afdeling definitief uitspraak op het hoger beroep in dit langlopende geschil. De ondernemers hadden aangevoerd dat het college niet bevoegd was om het besluit te nemen en het genomen besluit onverenigbaar is met het landelijk Vuurwerkbesluit. Ook verweten zij de gemeente dat onvoldoende rekening s gehouden met hun financiële belangen.
BevoegdheidDe Afdeling is van oordeel dat het college wel bevoegd was om het vuurwerkverbod in te stellen. Het besluit ziet immers op het stellen van nadere regels op het terrein van de openbare orde, in plaats van het herstellen of bewaren van de openbare orde, en die bevoegdheid komt – onbetwist - aan het college toe.
VuurwerkbesluitWat betreft het Vuurwerkbesluit is de Afdeling van oordeel dat het landelijke besluit geen nadere regels kent over het aanwijzen van plaatsen waar geen vuurwerk mag worden afgestoken. Het landelijke besluit beoogt derhalve niet uniform noch uitputtend te zijn. Het besluit is daarom niet in strijd met het Vuurwerkbesluit.
BelangenafwegingDe ondernemers voeren tot slot aan dat zij vrezen voor omzetverlies en stellen dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met hun financiële belangen. Tot slot oordeelt de Afdeling dat het college meer gewicht mocht toekennen aan het voorkomen van gevaar en overlast in het aangewezen gebied dan aan het relatief beperkte omzetverlies van de ondernemers.
Er zijn inmiddels ruim 80 gemeenten die dit jaar vuurwerkvrije zones hebben aangewezen met een besluit. Deze uitspraak bevestigt de juridische ruimte die de colleges hebben om het gebruik van vuurwerk rond de jaarwisseling op locatie te beperken. Daarnaast bevestigt de uitspraak dat dergelijke besluiten verenigbaar zijn met het landelijke Vuurwerkbesluit. Uiteraard dient er wel een zorgvuldige belangenafweging plaats te vinden, waarbij de belangen van omwonenden en ondernemers worden meegewogen.