Kort gezegd bestaat het nieuwe systeem voor de vergunningverlening voor windparken op zee uit een drietrapsraket.
Allereerst wijst het kabinet in het Nationaal Waterplan gebieden aan voor windenergie op zee. Inmiddels zijn de windenergiegebieden Borssele, IJmuiden Ver, Hollandse Kust en Ten Noorden van de Waddeneilanden hiervoor aangewezen.
Het wetsvoorstel voorziet in de tweede stap, te weten het kavelbesluit. Dit nieuwe instrument bepaalt waar en onder welke voorwaarden een windpark gebouwd en geëxploiteerd mag worden. Het kavelbesluit bepaalt niet wie het recht heeft om op die locatie een windpark te bouwen en te exploiteren.
Dat volgt uit de derde stap: de procedure van het verlenen van een vergunning. Via een SDE+ tender wordt per kavelbesluit een partij geselecteerd die het alleenrecht verkrijgt om een windpark te realiseren en daarbij direct de bijbehorende subsidie toegewezen krijgt.
Deze integrale benadering geeft ontwikkelaars de zekerheid dat de locatie geschikt is voor windmolens voordat zij gaan concurreren om subsidie. Bovendien zijn er minder beslismomenten, omdat de natuurtoets wordt geïntegreerd in het kavelbesluit en de vergunning en subsidie in één keer worden toegewezen.
Samen met de mogelijkheid voor ontwikkelaars om te kiezen uit verschillende techniekopties binnen de gestelde natuur- en milieukaders kan dit tot een kostenreductie van ongeveer 10% leiden. Dit stelt de minister op basis van een berekening, gemaakt door de sector zelf.
Hoeveel kostenbesparing het nieuwe stelsel uiteindelijk kan opleveren is nog wel afhankelijk van de behandeling van het wetsvoorstel door de Tweede Kamer. Naar verwachting zal de Wet windenergie op zee in de zomer van 2015 van kracht zijn.
Bronnen:Brief d.d. 4 december 2014 van de minister EZ aan Tweede Kamer met Antwoorden op vragen Rijksstructuurvisie windenergie op zeeWetsvoorstel Wet windenergie op zee, Kamerstukken II 34 058, nr. 1