Home Kennis In transitie

In transitie

22 november 2018
Liesbeth Schippers

Het strand van Isle of Islay, Schotland, augustus dit jaar. Mooier kan haast niet. Maar hoe lang is het er nog? Als we het VN-Klimaatpanel IPCC mogen geloven, zijn er rigoureuze maatregelen nodig om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5° C en te voorkomen dat deze erfgoedrijke kust straks permanent onder water staat. Deze doelstelling stelt ons voor een grote duurzaamheidsopgave. Burgers, bedrijven en overheden zullen een aanzienlijke inspanning moeten verrichten om deze te verwezenlijken. Diverse nieuwe wetten moeten daarbij gaan helpen, zoals de Klimaatwet, de Warmtewet, de Wet windenergie op zee en de Mijnbouwwet. Een wetsvoorstel dat recent de kranten haalde betreft de Transitiewet die meer ruimte gaat geven voor een duurzame ontwikkeling van de woningbouw.

De Crisis- en herstelwet versoepelt al vanaf 2010 de versnelling van (infrastructurele) bouwprojecten en projecten op het gebied van duurzaamheid, energie en innovatie, door deze aan te wijzen als experimenten en via die weg af te wijken van bestaande wet- en regelgeving. De wet biedt mogelijkheden om nú al gebruik te maken van een aantal instrumenten die straks in de Omgevingswet gaan terugkomen. Deze mogelijkheden zijn waardevol gebleken. En toch kan het nog sneller. In deze transitiefase hebben we immers geen tijd te verliezen!

De Transitiewet wijzigt de Crisis- en herstelwet om zo de toelatingscriteria te verruimen waarmee bouwprojecten aangewezen kunnen worden als nieuwe experimenten. Voor zo’n aanwijzing is op dit moment vereist dat projecten een bijdrage leveren aan duurzaamheid, aan innovatie én aan de bestrijding van de economische crisis. Cumulatieve en veeleisende criteria, die bovendien niet meer goed aansluiten bij de huidige tijd: de crisis is voorbij.

Met de Transitiewet kunnen duurzame bouwprojecten worden aangewezen als experiment als ze bijdragen aan de economische structuurversterking óf innovatief zijn. En er kan van meer wetten dan voorheen worden afgeweken. Kortom, meer ruimte voor verschillende soorten duurzame initiatieven. Bijvoorbeeld voor het gebruik van nieuwe technieken ten behoeve van de energietransitie. En ervaring opdoen met nieuwe technieken zoals warmtenetten, geothermie, vol-elektrische woningen, restwarmte van industrie en aquathermie is nu juist waar we in het kader van de energietransitie grote behoefte aan hebben.

Met de komst van de Transitiewet - voorzien per 1 januari 2019 - kunnen overheden voor experimenten ook strengere eisen stellen aan de luchtkwaliteit dan nu het geval is. Woningbouw wordt pas gerealiseerd als er maatregelen zijn genomen om de luchtkwaliteit te verbeteren. In zwaarbelaste gebieden zou dat een impuls moeten geven aan de kwaliteit van de leefomgeving. Dit is een pluspunt voor de algehele luchtkwaliteit, met een directe bijdrage aan de CO2-reductie.

Het is bedoeling dat de Transitiewet uiterlijk op 1 januari 2019 in werking treedt. Maar laten we niet te vroeg juichen. Het wetsvoorstel vereenvoudigt procedures en faciliteert ontwikkelingen, maar realiseert de transitie natuurlijk niet. Energietransitie, dat doen overheid, industrie, bedrijfsleven en burgers met elkaar. Want, wetten geven mooie juridische kapstokken, maar er moet dan ook wel een jas aan gehangen worden.

Deze column is verschenen in het Magazine Grond/Weg/Waterbouw.

Deel dit artikel via LinkedIn en e-mail

Social tags

Contact

Liesbeth Schippers
Liesbeth Schippers