Home Kennis Weg met vervuiling op rivieroevers: het Ontwerpbesluit maatregelen kleine kunststof drankflessen

Weg met vervuiling op rivieroevers: het Ontwerpbesluit maatregelen kleine kunststof drankflessen

22 maart 2019
Marije van Mannekes
en
Aart Jan van der Ven

Wikkels, doppen, flesjes en zelfs kleerhangers en stofzuigeronderdelen. De Nederlandse rivieroevers liggen vol met afval. Bij onderzoek door vrijwilligers van het samenwerkingsverband Schone Rivieren zijn op zo’n 200 plekken langs de Maas en Waal in totaal bijna 77.000 stukken afval gevonden. Daarvan bleek 84 % van plastic. En dat is schadelijk. Voor de waterkwaliteit, voor dieren, en uiteindelijk zelfs voor ons voedsel. Met name wanneer plastic afbreekt tot microplastics die met het blote oog niet of nauwelijks zijn te zien. Het recent bij de Tweede Kamer ingediend Ontwerpbesluit maatregelen kleine kunststof drankflessen moet daar een eind aan maken. Dit besluit geeft uitvoering aan het akkoord dat Staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) in maart vorig jaar sloot met het verpakkend bedrijfsleven, gemeenten en andere partijen.

Akkoord en ontwerpbesluit

Doelstelling van dit akkoord is dat industrie en gemeenten er voor zorgen dat van de 21 miljoen kilo aan plastic flesjes die in Nederland jaarlijks wordt weggegooid én als zwerfafval buiten belandt, voor 1 januari 2021 70 tot 90% is teruggedrongen. Daarnaast moet 90 ‘gewichtsprocent’ van de gebruikte kleine kunststof flesjes hergebruikt worden. Als het bedrijfsleven in het najaar van 2020 niet heeft aangetoond dat deze doelstellingen zijn behaald, dan volgt er per 1 januari 2021 een sanctionering in de vorm van statiegeld op kleine plastic flessen. In de juridische mogelijkheden daartoe voorziet het Ontwerpbesluit maatregelen kleine kunststof drankflessen, dat het Besluit beheer verpakkingen 2014 op deze punten wijzigt.

Recycledoelstelling

In het huidige Besluit beheer verpakkingen 2014 is per materiaalsoort al een minimum gewichtspercentage opgenomen dat jaarlijks moet worden gerecycled. Daaraan worden met de wijziging ook kleine kunststof flesjes toegevoegd. De producent of importeur die drank in een kunststof fles met een inhoud van minder dan 1 liter in Nederland in de handel brengt, zal per kalenderjaar zorg moeten gaan dragen voor de recycling van ten minste 90 gewichtsprocent daarvan. Het ontwerpbesluit benadrukt dat sprake is van een prestatieafspraak. Het bedrijfsleven krijgt tot medio 2020 de kans om aan te tonen dat de recyclingdoelstelling, met zelf gekozen inzet, kan worden gehaald.

Statiegeld

Het ontwerpbesluit maakt de invoering van het statiegeld op kleine kunststof flesjes (minder dan één liter) wettelijk mogelijk. Dit zorgt op zichzelf nog niet voor invoering van het statiegeld, maar biedt de basis om, indien nodig, deze statiegeldmaatregel in te voeren. Met het wijzigingsbesluit wordt bovendien de verantwoordelijkheid voor het heffen en terugbetalen van statiegeld verlegd naar de producenten en importeurs van de flesjes, waar deze verantwoordelijkheid nu nog bij de verkooppunten zoals supermarkten ligt. De verkooppunten blijven echter wel verplicht om de flessen in te nemen. De inleverpunten kunnen zich daarnaast mogelijk uitbreiden tot andere locaties zoals trein- en benzinestations. Tot slot zijn de producenten en importeurs verplicht om jaarlijks verslag te doen van de verplichtingen die volgen uit het besluit. Hiervoor zal in 2019 een ministeriële regeling verslaglegging worden opgesteld.

De eventuele statiegeldverplichting geldt op basis van dit ontwerpbesluit alleen voor kunststof flesjes voor het verpakken van frisdrank en water. Sappen en zuivel zijn uitgezonderd. Indien op een later moment de wens bestaat om ook statiegeld voor andere drankverpakkingen (zoals blikjes) te verplichten, dient het besluit te worden aangepast. En zoals gezegd: de statiegeldverplichting wordt alleen per 1 januari 2021 ingevoerd indien in het najaar van 2020 blijkt dat de genoemde doelstellingen met betrekking tot kleine plastic flesjes niet worden gehaald. De hoogte van het eventuele statiegeld zal vervolgens worden vastgelegd in een ministeriële regeling.

Twee afzonderlijke doelstellingen

Gelet op de benodigde invoeringstermijn kan de recycledoelstelling niet voor 1 januari 2021 in werking treden. Deze doelstelling staat daarmee los van de ‘sanctionering’ door het invoeren van statiegeld. Mocht in het najaar van 2020 blijken dat de doelstellingen niet worden gehaald en het statiegeld hierdoor wordt ingevoerd, blijft de 90% recyclingdoelstelling dus nog steeds van kracht.

Raadpleeg hier het ontwerpbesluit en de brief van staatssecretaris Van Veldhoven (IenW) van 4 maart 2019.