Tot 1 juli 2012 ging de Wet bodembescherming uitsluitend
uit van het zgn. gevalsbegrip. Dit begrip vormde het uitgangspunt
voor de sanering van individuele gevallen van verontreiniging, maar
ook voor de clustergerichte aanpak van dergelijke gevallen. Het
gevalsbegrip levert met name problemen op bij verontreinigingen in
de ondergrond, waarbij de 'pluimen' in de ondergrond die in
verbinding staan met 'bronzones' in de bovengrond vaak niet goed
van elkaar zijn te onderscheiden.
Sinds 1 juli 2012 biedt de Wet bodembescherming een
mogelijkheid om verontreinigingen in het diepere grondwater langs
juridische weg gebiedsgericht aan te pakken. Bij deze
gebiedsgerichte aanpak wordt het gevalsbegrip buiten spel gezet. De
verontreinigingen in de ondergrond worden niet meer als individuele
gevallen aangemerkt, maar de gebiedsbeheerder (altijd een
bestuursorgaan) neemt de gebiedsgerichte aanpak voor zijn rekening,
waarbij van de belanghebbenden bij de bovengrond en de ondergrond
betaling van een afkoopsom wordt gevraagd.
In dit artikel geven de auteurs allereerst een overzicht van
de wettelijke regeling en gaan vervolgens in op de vraag of de
nieuwe wettelijke regeling voldoende oplossingen biedt voor de
praktijk van de aanpak van vermengde
grondwaterverontreinigingen.
Bron:
TGMA april 2013, p. 2-11.