De uitspraak
Een werkgever had naar aanleiding van een Wob-verzoek een deel van
een vertrekregeling openbaar gemaakt. Grotendeels had de werkgever
het verzoek tot openbaarmaking afgewezen met toepassing van artikel
10 tweede lid, aanhef en onder e van de Wob (eerbiediging van de
persoonlijke levenssfeer).
De rechtbank oordeelde dat daarnaast openbaar moesten worden
gemaakt: de naam van de raadsman, huisaccountant, het van
toepassing zijnde hoofdstuk uit de rechtspositieregeling, de naam
van de ambtenaar in de adressering. Dat betekende dat de werkgever
de adresgegevens van de ambtenaar, de inhoud, de hoogte en gevolgen
van de regeling, de naam van de praktijk van de ambtenaar, de wijze
van verrekening en de vergoede kosten van rechtsbijstand niet
openbaar hoefde te maken.
De verzoeker stelde in hoger beroep bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State dat het belang van
openbaarheid van vertrekregelingen behoort te prevaleren boven de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Dat vindt de Afdeling
als algemene regel onjuist. Wel acht de Afdeling het belang van
openbaarmaking groot gelet op de maatschappelijke discussies
waartoe vertrekregelingen regelmatig leiden. Belangen moeten
concreet worden afgewogen.
Die belangenafweging leidt ertoe dat de werkgever na hoger beroep
ook de volgende informatie openbaar moet maken: de relatieve hoogte
van de uitkering en de periode waarover deze wordt verstrekt, de
regeling over het pensioen van de voormalig ambtenaar, de wijze
waarop inkomsten uit arbeid en bedrijf op de uitkering in mindering
worden gebracht en de ziektekostenregeling.
Na beroep en hoger beroep moest derhalve het volgende openbaar
worden gemaakt:
Uit de uitspraak volgt dat de volgende informatie met een beroep op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer niet hoefde te worden gedeeld:
Klik hier voor de volledige
uitspraak.
Betekenis voor de praktijk
Het is goed u bij het sluiten van een vaststellingsovereenkomst
met een ambtenaar te realiseren dat de inhoud daarvan als gevolg
van een Wob-verzoek (deels) in de openbaarheid kan komen. Een
onderlinge afspraak tot geheimhouding doet daaraan niet af. De
beoordeling of openbaar moet worden gemaakt of dat de persoonlijke
levenssfeer prevaleert blijft een individuele. De overweging van de
Afdeling dat openbaarmaking van vertrekregelingen van groot belang
is, gelet op de maatschappelijke discussies waartoe
vertrekregelingen regelmatig leiden, is echter dermate algemeen dat
er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat een verzoek om
openbaarmaking van een vertrekregeling in veel gevallen grotendeels
moet worden gehonoreerd.